De door Rogier van der Weyden geschilderde Kruisiging van Scheut als verbeelding van de laatmiddeleeuwse sacramentsverering

Liesbeth Zuidema

In mijn lezing heb ik geprobeerd te reconstrueren hoe de door Rogier van der Weyden geschilderde Kruisiging van Scheut binnen de strenge gebedspraktijk van de Brusselse kartuizers heeft gefunctioneerd. De monumentale Kruisiging werd halverwege de vijftiende eeuw door Rogier van der Weyden geschonken aan het buiten Brussel gelegen kartuizerklooster Scheut. De uiterlijke verschijningsvorm van het schilderij lijkt volledig te zijn aangepast aan de leefwereld van de kartuizers. De sobere stijl waarin de Kruisiging van Scheut is uitgevoerd vormt een directe weerspiegeling van hun spiritualiteit. De beeldtaal van het schilderij stond in dienst van de strenge gebedspraktijk van de kartuizers. Wat weten we over de plaatsing van de Kruisiging van Scheut en de daaraan verbonden gebedspraktijk? In de bronnen lezen we dat het schilderij tegen de noordelijke muur van het monnikenkoor in de kapel van de Brusselse kartuizers stond opgesteld. In middeleeuwse kerken was dit dé plaats waar traditioneel een sacramentsnis aanwezig was waarin het sacrament werd tentoongesteld. Op de Kruisiging van Scheut wordt het dode lichaam van de Gekruisigde als een object van devotie tegen een rode doek aan de beschouwer gepresenteerd. Het lichaam van Christus wordt als het ware aan de beschouwer tentoongesteld zoals het sacrament in een sacramentsnis. Dit tentoonstellingselement vormt naar mijn idee een duidelijke weerspiegeling van de laatmiddeleeuwse sacramentsverering. Behalve de kruisiging waren ook de kruisafneming, de bewening en de graflegging zeer geschikte beeldtypen om het eucharistisch lichaam van Christus aan de beschouwer te presenteren.

Dergelijke beeldtypen refereren aan het tonen van het sacrament gedurende de mis en de uitstalling van het sacrament in een sacramentsnis. Het tentoonstellingselement wijst dus op een onlosmakelijke verbondenheid tussen de voorstelling en het sacrament. Niet alleen de plaatsing en het element van tentoonstelling, maar ook de op de Kruisiging van Scheut voorgestelde rode doek vormt naar mijn idee een verwijzing naar de laatmiddeleeuwse sacramentsverering. Ik denk dat het hier gaat om een liturgische doek die een theologische betekenis in zich draagt. De aanwezigheid van een doek of gordijn was een teken van eucharistisch offer. In de bronnen lezen we dat de Kruisiging van Scheut door een rood gordijn kon worden afgeschermd. Met de aanwezigheid van het rode gordijn voor het schilderij en het rode baldakijn boven de Gekruisigde werd de fysieke omgeving van de monumentale Kruisiging doorgetrokken in de voorstelling. Wanneer het gordijn geopend was bevond de Gekruisigde zich in een onthuld tentbaldakijn. De theologische betekenis van een onthuld tentbaldakijn is gebaseerd op de brief aan de Hebreeën waarin wordt gesproken over de eredienst van het oude verbond. Naar mijn idee vormen het baldakijn op de Kruisiging van Scheut en het gordijn voor het schilderij als tentbaldakijn een verwijzing naar de hemelse tent van het heiligdom waardoor Christus als de hogepriester van het nieuwe verbond voor eeuwig is binnengegaan. Wanneer het gordijn werd geopend werd het eucharistisch offer voor de Brusselse kartuizers onthuld.

Maar wat was de liturgische betekenis van de kleur rood waarin het baldakijn op de Kruisiging van Scheut is uitgevoerd? Ik denk dat de rode liturgische doek op de Kruisiging van Scheut een specifieke verwijzing vormt naar het feest van sacramentsdag. De kleur rood verwijst hier naar het bloed dat is vergoten gedurende het kruisoffer en staat daarmee symbool voor het sacrament van de eucharistie waarvan de instelling op sacramentsdag wordt gevierd. Uit het voorafgaande leid ik de hypothese af dat de Kruisiging van Scheut als een sacramentsretabel heeft gefunctioneerd. Onder het schilderij bevond zich naar mijn idee een sacramentsnis waarin het sacrament werd tentoongesteld. Maar hoe moeten we ons de hieraan verbonden gebedspraktijk precies voorstellen? Het tentoonstellingselement in de Kruisiging van Scheut draagt een duidelijke verwijzing in zich naar de elevatie van het sacrament tijdens de mis en de uitstalling van het sacrament in een sacramentsnis. De basis van de sacramentsverering lag in de leer van de praesentia realis. Volgens deze metabolische sacramentsopvatting is het lichaam en het bloed van Christus in de gedaante van brood en wijn werkelijk in het sacrament aanwezig. Het lichaam van Christus werd beschouwd als een geestelijke spijs voor de ziel en had daarmee een geestelijke uitwerking. De elevatie van het sacrament tijdens de mis werd beschouwd als het meest geschikte moment om geestelijk ter communie te gaan. Het schouwen van het sacrament werd daarmee gekoppeld aan het doen van de geestelijke communie. Op de Kruisiging van Scheut wordt het lichaam van Christus als het ware als geestelijk voedsel aan de beschouwer aangereikt. Het schouwen van deze voorstelling van het ware lichaam van Christus vormde voor de Brusselse kartuizers een visuele stimulans in het doen van de geestelijke communie. De monumentaliteit van de levensgrote figuren en de schaduwwerking versterken de suggestie van de werkelijke tegenwoordigheid van het lichaam van Christus in de kapel van de Brusselse kartuizers. De Kruisigingsgroep dringt de kapel van de Brusselse kartuizers als het ware binnen waarmee de kartuizers in de ruimte van het beeld worden opgenomen en tot een zielsvereniging met de Gekruisigde worden gestimuleerd.

Rogier van der Weyden, Kruisiging van Scheut, 1454-1455, paneel 325 x 192 cm. El Escorial, Real Monasterio de San Lorenzo.