Verzamelde oudere berichten (2010)


1 LUIKSE LAATMIDDELEEUWSE MEDIËVISTIEK OVERZICHTELIJK OP WEBSITE
2010-11-05
Aan de Université de Liège hebben de onderzoekers de krachten gebundeld in “Transitions. Centre d’études du Moyen Âge tardif et de la première Modernité”. Het centrum Transitions wil het onderzoek naar de grote cultuurveranderingen in de laatmiddeleeuws en vroegmodern Europa in een waarlijk interdisciplinair kader stimuleren en samenbrengen.
Op de webpagina http://www.transitions.ulg.ac.be komen onder meer de doelstellingen, de nieuwtjes, het onderzoek en onderwijs, de leden en de partnerinstellingen van de onderzoekscentrum aan bod. Als eerste grote activiteit organiseert Transitions op 2 en 3 december 2010 een internationaal colloquium aan de Franse renaissance kardinaal Georges I van Amboise.
Redactie


2 PRESENTATIE DIGITAAL OORKONDENBOEK VAN NOORD-BRABANT
2010-11-05
De Stichting Brabantse Bronnen en het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis presenteert op woensdag 17 november het Digitaal Oorkondenboek van Noord-Brabant via de lancering van de website www.donb.nl.
De website (een work in progress) bevat onder meer een database met beschrijvingen en afbeeldingen van circa 750 oorkonden afkomstig uit het Land van Heusden en Altena en uit de heerlijkheden Cuijk, Ravenstein, Megen, Boxmeer en Bokhoven en beslaat de periode 722 tot 1312. Daarnaast bevat de website ook een zoekmodule en een educatief programma.
Programma
13.30 uur Ontvangst met koffie en thee
14.00 uur Welkomstwoord drs. Marcel Duijghuisen (directeur Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)
14.10 uur Prof. dr. Arnoud-Jan Bijsterveld (voorzitter Stichting Brabantse Bronnen)
14.20 uur Prof. dr. Peter Sigmond (directeur Instituut voor Nederlandse Geschiedenis Den Haag)
14.30 uur Presentatie educatief programma door Ivonne Lipsch (consulent cultuurhistorie Regionaal Historisch Centrum Eindhoven)
15.00 uur Officiële lancering van de website www.donb.nl door drs. Brigite van Haaften-Harkema (gedeputeerde Provinciale Staten Noord-Brabant)
15.15 uur Presentatie van de website door dr. Geertrui Van Synghel (Stichting Brabantse Bronnen/Instituut voor Nederlandse Geschiedenis)
15.40 uur Borrel
De presentatie zal plaatsvinden in het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, Raiffeisenstraat 18, Eindhoven (www.rhc-eindhoven.nl). Voor nadere informatie en uw aanmelding kunt u contact opnemen met Véronique Roelvink via info@wolfaert.nl
Redactie


3 INTERNATIONAAL CONVENTUS-SYMPOSIUM REMEMBERING AND REPRESENTING MONASTIC REFORM IN THE CENTRAL MIDDLE AGES
2010-11-05
Het netwerk van wetenschappers Conventus (FWO-Vlaanderen) organiseert op vrijdag 26 november 2010 de workshop Remembering and representing monastic reform in the central middle ages.
Locatie: Het Pand, Onderbergen 2 te 9000 Gent. De organisatie berust bij Steven Vanderputten (Steven.Vanderputten@ugent.be).

9.15 Aanmelding
9.30 Inleiding: Prof. Steven Vanderputten (Universiteit Gent): ‘Why we should care about how monks and nuns remembered reform?’
10.00 Prof. Gert Melville (Technische Universität Dresden): ‘Justifications of monastic reforms in the central Middle Ages’
11.00-11.40 Prof. Georges Declercq (Vrije Universiteit Brussel): ‘The two libri traditionum of Saint-Pierre in Ghent’
11.40 Discussie
12.00 Middagmaal
14.00 Prof. Alison Beach (Universität zu Köln): ‘Imagining Libertas: Keeping the Bishop at Bay in the Twelfth-Century Chronicle of Petershausen’
14.40 Dr. Julia Barrow (University of Nottingham): ‘Why did the tenth-century monastic reform movement matter so much to English historians in the first half of the twelfth century?’
15.40-16.20 Prof. Alexis Grélois (Université de Rouen): ‘L’historiographie cistercienne “primitive”: mémoire des origines ou norme tardive? (du milieu du XIIe au début du XIIIe siècle)’
16.20 Dr. Tjamke Snijders (Universiteit Gent) ‘Shaping social memories of reform through manuscript production’
17.00-17.30 Discussie en conclusies

Redactie


4 VACATURE ABDIJMUSEUM TEN DUINEN 1138
2010-11-01
Het gemeentebestuur van Koksijde is op zoek naar een Wetenschappelijk Medewerker Mediëvist ter versterking van het wetenschappelijke team van het Abdijmuseum Ten Duinen 1138. De medewerker zal zich bezig gaan houden met het wetenschappelijke onderzoek van de historische bronnen over de Duinenabdij, het publiceren van onderzoeksresultaten voor verschillende doelgroepen en het ontsluiting van het bronnenbestand voor onderzoekers, studenten en geïnteresseerden. De sluitingsdatum van de vacature is 15 november. Voor meer informatie ga naar http://inwoner.koksijde.be/product.aspx?id=2634.
Redactie


5 DOCTORAATSVERDEDIGING VALERIE VERMASSEN OVER HAGIOGRAFIE BIJ BRABANTSE WINDESHEIMERS
2010-11-01
Op 29 september 2010 verdedigde Valerie Vermassen, oud-redactielid van Signum, te Leuven haar proefschrift Heiligen en devoten. Latijnse hagiografische handschriften in de Brabantse Windesheimpriorijen (1380-1550). Als promotoren traden prof. dr. Jean Goossens en co-promotor prof. dr. Werner Verbeke, beiden kersverse emeriti van de K.U. Leuven, op.
Dit proefschrift concentreert zich op de hagiografische handschriften in zeven Brabantse Windesheimpriorijen (Korsendonk, Rooklooster, Zevenborren, Groenendaal, Sint-Maartensdal, Bethlehem en Bois-Seigneur-Isaac) tussen 1380 en 1550. De succesvolle stichting van deze religieuze gemeenschappen in de tweede helft van de veertiende eeuw, snel gevolgd door een tweede generatie priorijen, illustreert de grote nood aan een alternatief voor de laatmiddeleeuwse veruitwendigde, devotionele geloofsbeleving. In hun streven naar een verinnerlijkte, ‘hedendaagse’ devotie - devotio moderna - hadden de regulieren nood aan voorbeelden waaraan ze zich konden spiegelen om hun verinnerlijkte geloof te beleven. Deze exemplarische levens vonden ze zowel bij voorbeeldige huis- en ordegenoten, als bij universele en lokale heiligen. Dankzij vele overgeleverde handschriften van hagiografische aard uit kringen van moderne devoten kan men vaststellen dat de aanhangers van deze spirituele vernieuwingsbeweging opvallend veel belangstelling hadden voor hagiografie en als gevolg daarvan een groot aantal hagiografische handschriften geproduceerd hebben, zowel in het Latijn als in de volkstaal. Terwijl in het bestaande hagiografisch onderzoek in het kader van de Moderne Devotie de klemtoon doorgaans ligt op de volkstalige levensbeschrijvingen van en voor moderne devoten, worden hier de Latijnse hagiografische handschriften uit de Brabantse Windesheimpriorijen tegen het licht gehouden. In tegenstelling tot de reeds bestaande kloosterorden konden de Brabantse regulieren niet terugvallen op een monastieke handschriftelijke traditie. Ook op hagiografisch vlak dienden ze ex nihilo een eigen corpus samen te stellen door heiligenlevens te verwerven of te produceren. Dit onderzoek wil vanuit een analyse van de bewaarde hagiografische handschriften nagaan hoe zij hun verzamelingen opbouwden. Door het toespitsen van de aandacht op de hagiografische productie in de Brabantse priorijen wordt getracht inzicht te verwerven in de wijze waarop deze regulieren hun teksten verwierven, voor welke heiligen ze belangstelling hadden en hoe de uitwisseling van teksten binnen en buiten hun orde plaatsvond.
De centrale vraag doorheen dit proefschrift is waarom in de late middeleeuwen de hagiografie in de Brabantse Windesheimpriorijen een bloei kende, terwijl deze in de oudere, traditionele religieuze orden terzelfdertijd een neergang doormaakte. Deze vraag lijkt te moeten worden beantwoord aan hand van de meervoudige functie van hagiografie in deze gemeenschappen. De voornaamste rol van hagiografische werken in de Brabantse Windesheimpriorijen, was ‘stichting’ (aedificatio). Net zoals in de vroege en volle middeleeuwen werden heiligenlevens hoofdzakelijk gelezen omwille van hun morele voorbeeldfunctie. Bij de Brabantse regulieren lijkt het educatieve en imitatieve aspect van deze levens echter ondergeschikt te zijn aan het beoogde meditatieve aspect. De tweede rol van de hagiografie in de priorijen is van commemoratieve aard (commemoratio), meerbepaald wanneer de levens van eigentijdse ordegenoten en medekanunniken beschreven worden, met de bedoeling om in de herinnering van latere generaties regulieren voort te leven. Tenslotte krijgt de hagiografie ook een patriottische rol wanneer hagiografische teksten gecombineerd worden met genealogische schema’s en fragmenten uit historiografische werken (identificatio). Het doel van deze mengvormen is de heiligheid van het Brabantse land en de Brabantse dynastie in de verf te zetten. Hagiografie werkt hier natievormend en identiteitsbevestigend nadat het hertogdom Brabant ophield zelfstandig te bestaan en opging in het Bourgondisch complex (1430). Het contrast met de rol van hagiografie in de vroege en volle middeleeuwen is groot. Van de legitimerende, moraliserende en imitatieve functies die hagiografische teksten toen hadden, blijft niet veel meer overeind in de laatmiddeleeuwse Brabantse Windesheimpriorijen. In tegenstelling tot de nieuwe devotionele rol die de laatmiddeleeuwse hagiografie op zich genomen had buiten de kloostermuren - heiligen die werkzaam waren als noodhelpers - vinden we in de Brabantse Windesheimpriorijen geen enkel spoor naar een persoonlijke verering van één of meerdere heiligen. Hagiografie blijft in dit regulierenmilieu in essentie stichtelijk-educatief, maar wordt ingeschakeld in de meditatieve praktijk, in de memoria-beleving en fungeert tenslotte als natieversterkend vehikel.
Wij feliciteren Valerie met de behaalde graad en wensen haar veel succes bij haar verdere loopbaan.

Redactie


6 DOCTORAAT SUZAN FOLKERTS OVER OVERLEVERING EN TOE-EIGENING VAN DE VITA VAN CHRISTINA MIRABILIS
2010-10-31
Op 17 juni 2010 promoveerde Suzan A. Folkerts bij prof. dr. B.A.M. Ramakers te Groningen op het proefschrift Voorbeeld op schrift. De overlevering en toe-eigening van de vita van Christina Mirabilis in de late middeleeuwen.
Het proefschrift handelt over middeleeuwse manuscripten met de levensbeschrijving van de dertiende-eeuwse profetes Christina Mirabilis (‘de wonderbaarlijke’). Zij zwierf rond in het bisdom Luik om haar tijdgenoten te waarschuwen voor de straffen in het vagevuur, waarbij zij als levend voorbeeld van boetedoening hevige pijnigingen doorstond. Hoewel zij nooit officieel is heilig verklaard, werd zij door tijdgenoten als heilige en als inspirerend voorbeeld beschouwd.
In Voorbeeld op schrift onderzoekt Folkerts waarom, door wie en in welke kringen het heiligenleven van Christina in de eeuwen na het ontstaan werd overgeschreven en (her)gebruikt. Christina leefde in de Zuidelijke Nederlanden, maar haar levensbeschrijving is overgeleverd in een veel ruimer gebied, dat zich uitstrekt van Groningen in het noorden tot Basel in het zuiden. Om antwoorden te vinden zijn niet alleen de afschriften van de tekst onderzocht, maar zijn ook de handschriften waarin ze voorkomen in hun geheel bestudeerd. De samenstelling van de manuscripten, de omringende teksten en gebruikssporen geven informatie over de betekenis en de functie van het heiligenleven van Christina in latere tijden en andere contexten. Een van de conclusies is dat haar levensbeschrijving niet zozeer tot voorbeeld diende voor vrome vrouwen alswel voor religieuze mannen met het ambt van priester. Het proefschrift beweegt zich op de terreinen van de cultuur- en godsdienstgeschiedenis, handschriftenkunde en geestelijke letterkunde van de late middeleeuwen.
Redactie


7 NIEUWSBRIEF RUUSBROECGENOOTSCHAP
2010-10-31
In september verscheen het eerste exemplaar van de digitale Nieuwsbrief van het Ruusbroecgenootschap. Het onderzoeksinstituut wil met de uitgave van de Nieuwsbrief uiteraard de gebruikelijke informatie verstrekken over wat op het gebied van onderzoek, onderwijs en dienstverlening gebeurt binnen het instituut. Daarnaast wil het de Nieuwsbrief ook inzetten om te komen tot afstemming en samenwerking met zusterinstellingen, dichtbij en veraf. Men kan zich aanmelden voor rechtstreekse toezending bij Ingrid De Ruyte (ingrid.deruyte@ua.ac.be).
Redactie


8 PROMOTIE LIESBETH ZUIDEMA OVER KUNST IN NEDERLANDSE KARTUIZERKLOOSTERS
2010-10-31
Liesbeth Zuidema (1977) promoveerde op donderdag 18 maart 2010 aan de Universiteit van Leiden op het proefschrift Verbeelding en ontbeelding. Een onderzoek naar de functie van kunst in Nederlandse kartuizerkloosters (1450-1550). Promotores waren prof. dr. Reindert Falkenburg en prof. dr. Wim Blockmans.
Op basis van de analyse van (voornamelijk) in de Lage Landen en het Rijnland geproduceerde schilderkunst, heeft dr. Zuidema getracht de aanwezigheid van kunst in laatmiddeleeuwse kartuizerkloosters te verklaren in het licht van de levenswijze en de ‘spiritualiteit’ van de monniken. In een aantal casusonderzoeken werd getracht de commemoratieve en devotionele functies van de besproken voorstellingen te achterhalen. Daarnaast werd nagegaan in hoeverre er kan gesproken worden van een laatmiddeleeuwse ‘monastieke’ stijl.
De volledige tekst van het proefschrift is online te raadplegen: http://hdl.handle.net/1887/15095
Redactie


9 DE GEESTELIJKE RIDDERORDEN IN DE NEDERLANDEN
Twintigste symposium van de contactgroep Signum
2010-10-08

Voor de twintigste maal organiseert de contactgroep Signum een symposium, dat zal plaatsvinden op vrijdag 15 oktober 2010 in het Noord-Brabantse Gemert. Ook dit jaar hangt de locatie weer nauw samen met het thema van het symposium, namelijk de geestelijke ridderorden in de Nederlanden. In de middeleeuwen beschikte de Duitse Orde over de heerlijkheid Gemert. De commanderij van Gemert werd bestuurd vanuit het plaatselijke kasteel, dat zelfs de enige kasteelachtige vestiging is van een ridderorde in de Nederlanden. Vanzelfsprekend maakt een rondleiding door dit kasteel deel uit van het programma. Het symposium zelf speelt zich af in het Gemeentearchief, dat is gevestigd in het complex van de vroegere Latijnse school. Deze school werd in 1587 gesticht door landcommandeur Hendrik van Ruijschenbergh, omdat de intellectuele en godsdienstige vorming van de leerlingen aansloot op de ideëele doelen van zijn orde en bovendien paste in zijn contrareformatorische politiek. Zoals te doen gebruikelijk biedt het programma volop gelegenheid voor het stellen van vragen en het voeren van discussie.

Programma
10.00 Ontvangst en koffie
10.30 Opening
110.30-11.10 Hans Mol (Fryske Akademy/Universiteit Leiden) - Het ridderordeonderzoek in de Nederlanden: thema‘s, problemen en perspectieven.
11.10-11.50 Eva Mol (Universiteit Leiden) - De interne ruimtelijke structuur van de ridderordeburchten in het Heilige Land.
11.50-12.30 Jos Schrijen (Universiteit van Amsterdam) - De opzet van het vijftiende-eeuwse ordekasteel van Gemert‘
12.30-13.30 Lunch
13.30-14.30 Ton Thelen (Gemert) - Rondleiding door het kasteel van Gemert.
14.30-14.55 Annemarie van Lith-Droogleever Fortuijn (Berlicum) - De ontsluiting van de rekeningen van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap van ’-Hertogenbosch tot 1629: de ledenadministratie.
14.55-15.10 Algemene ledenvergadering
15.10-15.40 Thee/koffie
15.40-16.20 Dries Tys (Vrije Universiteit Brussel) - De rurale impact van de Tempeliers in de Vlaamse kustvlakte.
16.20-17.00 Rombert Stapel (Fryske Akademy/Universiteit Leiden) - De Utrechtse Croniken van der Duytscher Oirden. Duitse Orde-geschiedschrijving in een periode van transitie?
17.00 Borrel en aansluitend de mogelijkheid tot deelname aan het diner (voor eigen rekening)
Voor leden van Signum bedragen de kosten voor deelname (inclusief koffie/thee, lunch) € 10,-; niet-leden betalen € 20,-, studenten € 15,-. Aanmelding is mogelijk door middel van een e-mail aan de secretaris van Signum, Bas Diemel (bas.diemel@ugent.be). De kosten van deelname kunnen op de dag van het symposium ter plaatse worden voldaan.
Praktische informatie: het Signumsymposium vindt plaats in het gemeentearchief Gemert-Bakel, Ruijschenberghstraat 3, 5421 KR Gemert, telefoon 0492-378575. Per openbaar vervoer is Gemert het eenvoudigst te bereiken met (snel)bus 21 vanaf NS-station Eindhoven (zie voor een dienstregeling: www.hermes.nl). Een overzicht van parkeerplaatsen in de buurt van de symposiumlocatie vindt u via de website van het Gemeentearchief: www.gemeentearchiefgemert-bakel.nl).
Bestuur


10 NORBERTIJNSE PASTORIEËN IN HET HERTOGDOM BRABANT
Zaterdag 8 mei 2010 te Roosendaal
2010-04-14

Op zaterdag 8 mei 2010 organiseert de werkgroep norbertijner geschiedenis in de Nederlanden in Schouwburg De Kring te Roosendaal de twintigste contactdag voor belangstellenden. Het jaarthema is norbertijnse pastorieën in het hertogdom Brabant.
Ieder die een beetje vertrouwd is met de geschiedenis van de Norbertijnen in onze streken weet dat elke abdij eertijds een aantal parochies bezat waar naartoe religieuzen werden uitgezonden als pastoor. Voor deze Norbertijnenpastoors werden door de abdijen zelf pastorieën gebouwd, waarvan er heel wat uit de zeventiende en de achttiende eeuw de tand des tijds hebben doorstaan. Gelukkig worden sedert enkele decennia deze dikwijls erg ruime gebouwen in toenemende mate gewaardeerd om hun ouderdom en constructie en bijgevolg ook als monument gerespecteerd. Toch ontbreekt tot op heden een globale studie over (premonstratenzer) pastorieën in onze streken. Afzonderlijke pastoorswoningen werden wel al bestudeerd. Dit jaar stelden we plots vanuit verschillende hoeken een grote interesse vast voor de oude norbertijnse pastorieën: dé gelegenheid bij uitstek om rond dit zeer boeiende thema eindelijk een contactdag te organiseren.
Brenda Cijffers schrijft momenteel een proefschrift over de norbertijnse pastorieën. Zij kan ons reeds een eerste globaal overzicht brengen van de pastorieën in het Maas-Demer-Scheldegebied tussen ca. 1500 en 1857. Ze behandelt de geografische verspreiding, vroegere en huidige functies, bouwkundige kenmerken, verschillen tussen Nederland en Vlaanderen et cetera. Het Museum Tongerlohuys te Roosendaal, gevestigd in de voormalige pastorie uit 1762 van de abdij van Tongerlo, organiseert een tijdelijke tentoonstelling rond ditzelfde thema. Mark Buijs werd bereid gevonden de bouwhistorie van de pastorie van Roosendaal voor ons uiteen te zetten. Na het middagmaal volgt de rondleiding door­heen de voormalige pastoorswoning, de parochiekerk en het nabijgelegen hofje Mariagaard.
In 2009 voltooiden enkele studenten hun opleiding aan het Raymond Lemaire International Centre for Conservation, behorend tot de K.U.Leuven, met een eindwerk over een hypothetische herbestemming van de Averboodse pastorie uit 1624 te Wezemaal. Zij zijn zeer graag bereid het historisch deel van hun eindwerk aan ons voor te stellen. En ook Stefan Van Lani is als archivaris van de Parkabdij al vele jaren geboeid door historische pastorieën. Hij brengt ons een overzicht van het netwerk van plattelandspastorieën van deze abdij. Uiteraard kan tijdens en na de contactdag de tentoonstelling in het Museum Tongerlohuys worden bezocht.
Na de contactdag zal een brochure worden gemaakt met de tekst of samenvatting van de lezingen.
De tentoonstelling is van 10 september tot 12 december, met een eigen specifiek gedeelte, eveneens te zien in het Museum Abdij van Park.
Prijs: €45 ter plaatse te betalen.
Inlichtingen en inschrijvingen bij Herman Janssens, Abdijstraat 1, B-3271 Averbode, +32/13 78 04 40, h.janssens@abdijaverbode.be
10.00 u. Ontvangst in schouwburg De Kring, Kerkstraat 1, met koffie
10.30 u. Brenda Cijffers: Norbertijner pastorieën in het oude Hertogdom Brabant. Een overzicht van bestaande en verdwenen panden
11.15 u. Mark Buijs: De pastorie van Roosendaal.
12.15 u. Middagmaal
13.15 u. Bezoek aan de tentoonstelling in de voormalige pastorie, de Sint-Janskerk en hofje Mariagaard
14.45 u. Koffie
15.00 u. Jacqueline de Graauw en Tom Coenegrachts: De pastorie van Wezemaal: een gebouw aan het woord
15.45 u. Stefan Van Lani: Typisch norbertijns erfgoed: de pastorieën van de abdij van Park in Vlaams-Brabant
16.30 u. Rondvraag en slot
Redactie


11 VOORSTELLING VAN RECENT DOONIKS ONDERZOEK EN BIJHORENDE BOEKPUBLICATIES
Doornik, 22 april 2010
2010-04-13

In het groot auditorium van het bisschoppelijk seminarie te Doornik, gelegen 28 rue des Jésuites, start op donderdag 22 april 2010 om 19u30 de voorstelling van recent onderzoek in de archieven van het bisdom Doornik. De toegang tot de drie avondvullende sessies is gratis.
De eerste twee sessies begeleiden de uitgave van het dertiende en veertiende boekdeel in de subcollectie “Instruments de travail” van “Tournai. Art et Histoire”.
Jacques Pycke (Université Catholique de Louvain-la-Neuve) en Morgane Belin (Université Catholique de Louvain-la-Neuve en Facultés Notre-Dame de la Paix Namur) stellen het laat veertiende-eeuwse eedboek van de Doornikse kathedraal voor. Deze codex, het enige boek uit de Doornikse kathedraal dat met een ketting vastgemaakt was, bevat zestig eden voor zowel prelaten, priesters en andere geestelijken, als functionarissen, dienaren en werkmannen verbonden aan de kathedraal en het bidsom. De codicologische studie van het handschrift laat een nauwkeurige datering anno 1386 toe en versterkt zo de werkhypothese van Dominique Vanwijnsberghe, die in de verluchting van de titelpagina een jeugdwerk van de hand van de Doornikse verluchter Jean Semont zag.
Hoewel de rijke archieven van het bisdom Doornik in 1940 in de vlammen van Bergen en Doornik opgingen, werden de cartularia met de akten van de bisschoppen bewaard. Thans berusten zij in het rijksarchief te Doornik, de Bibliothèque municipale van Rijsel en de Bibliothèque nationale de France te Parijs. Al een eeuw lang worden plannen gemaakt om de oorkonden uit te geven, doch geen enkele project. Om het onderzoek te stimuleren hebben Jacques Pycke (Université Catholique de Louvain-la-Neuve) en Cyriel Vleeschouwers (Algemeen Rijksarchief) een regestenboek samengesteld met 1098 gedetailleerde analyses van de bisschoppelijke akten tussen 898 en 1677. Onder de programmatorische titel “Ouvrir les cartulaires des évêques de Tournai: une richesse dévoilée” bieden zij tijdens de tweede sessie een eerste blik op de rijke verzameling, die onder meer materiaal bevat over de ontelbare conflicten tussen de bisschoppen en de Bourgondische hertogen of de stadsmagistraten, de benoemingen van abten, abdissen en priors, de Gentse benedictijnenabdijen, de grote kapittelkerken van Rijsel, Harelbeke, Kortrijk en Brugge, de stichting van kapellen, nieuwe vormen van devotie, bedevaarten, tiendrechten, de regelgeving op molen, testamentaire praktijken en begraafpraktijken.
Hugo of Radboud II? Laten de archieven een identificatie toe van de tweede bisschop van Noyon-Doornik, begraven in de elfde eeuw in het schip van de Doornikse kathedraal? Jacques Pycke stelt op basis van verschillende aanwijzingen een gedetailleerde identificatie voor. Startpunt van deze lezing is de opgraving van een tweede bisschopsgraf in november 2007, naast dat van bisschop Boudewijn van Noyon-Doornik.
Redactie


12 WEBSITE MEMO-PROJECT GELANCEERD
2010-04-13
Sinds half februari is er een website van het Medieval Memoria Online project. Via http://memo.hum.uu.nl/index.html zijn de vorderingen van het MeMO project te volgen. De website bevat onder meer een agenda, algemene informatie over het project en de medewerkers, en links naar andere projecten en websites die van nut kunnen zijn voor onderzoekers van de middeleeuwse memoria-cultuur.
Redactie


13 ONTSLUITING ZONNEBEEKS ABDIJARCHIEF AFGEROND MET BOEKPUBLICATIE
DOZA, www.kuleuven-kortrijk.be/doza
2010-04-13

Onlangs verscheen ‘Geëxamineert de tijtels ende pampieren’. Het verhaal van de Zonnebeekse augustijnerabdij 1072-1796. Een bijdrage tot de Vlaamse kloostergeschiedenis Het boek is het resultaat van het DOZA-project, de Digitale Ontsluiting van het Zonnebeeks Abdijarchief. Vier jaar werd gewerkt om de meer dan 2.000 documenten van het archief, opgeborgen in het Grootseminarie te Brugge, te bestuderen, te ‘hertalen’ en te digitaliseren. Vanuit de huiskamer krijgen we nu uiterst gemakkelijk toegang tot het voorheen zo besloten archief.
Zowel het boek als het Doza-project stonden onder de leiding van prof. dr. Paul Trio (K.U. Leuven). De medeauteurs van de publicatie waren Marjan De Smet, die het Doza-project tot een goed einde bracht, en Franky Bostyn, archivaris van het Memorial Museum Passchendaele 1917 te Zonnebeke. Het boek is thematisch opgebouwd en behandelt o.a. het dagelijkse leven in de abdij, haar verantwoordelijkheid in de zielzorg, het initiële onderricht te Zonnebeke, de positie van de abt als Heer van de heerlijkheid Zonnebeke, de materiële kant van het abdijbestaan, de bouwgeschiedenis van de abdij, …. Het boek draagt zo bij tot een nieuw inzicht over het functioneren van onze voorvaderen want de abdij had naast haar kerkelijk ook een belangrijke wereldlijke en juridische bevoegdheid. Al die aspecten, opgefleurd met anekdotes en illustraties, worden samengebracht tot de geschiedenis van een abdij die in de loop van haar bestaan voorspoedige met minder riante periodes afwisselde tot de Fransen er in 1796 een einde aan maakten.
Trio, Paul, Marjan De Smet en Franky Bostyn, ‘Geëxamineert de tijtels ende pampieren’. Het verhaal van de Zonnebeekse augustijnerabdij 1072-1796. Een bijdrage tot de Vlaamse kloostergeschiedenis (Roeselare: Roularta, 2009) 287 p. ISBN 978 90 8679 199 6 € 39,90
Het boek van 287 blz., in A4-formaat, met hardcover en stofwikkel, kan worden aangekocht door storting van € 39,90 en eventueel € 5 verzendingskosten op rekening 285-0570946-33 van De Zonnebeekse Heemvrienden. Info: dirk.ooghe@telenet.be of 051/77 76 62.
Redactie


14 CONTRIBUTIE
2010-03-13
De penningmeester van Signum verzoekt u de contributie voor 2010 te voldoen. De contributie bedraagt € 10. U wordt verzocht dit bedrag over te maken op girorekening 9194744 tnv ‘contributie Signum 2010’ tav Madelon van Luijk, Delfgauw.
Bij overschrijvingen van buiten Nederland moeten de volgende BIC- en IBAN-nummers vermeld worden:
BIC: INGBNL2A
IBAN: NL81INGB0009194744
Bij voorbaat dank en hartelijke groet,
Bestuur


15 VIERDE NIEUWSBRIEF MEDIEVAL MEMORIA RESEARCH IN THE LOW COUNTRIES
2010-03-10
Onlangs verscheen een nieuw nummer van de digitale nieuwsbrief Medieval Memoria Research in the Low Countries (MMR). U kunt de nieuwsbrief downloaden vanaf de website: http://www.let.uu.nl/mmr/index.html. U kunt tevens het archief van MMR raadplegen vanaf de volgende pagina: http://www.let.uu.nl/mmr/pages/archive.html.
De nieuwsbrief bevat naast een overzicht van de recente publicaties alle informatie over aankomende symposia en congressen, zoals een workshop voor doctoraalstudenten over Memory, Re-writing, Adaptation (20 mei), het symposium Researching Medieval memoria: prospects and possibilities (26 mei), het Sixth Symposium on Memoria Research, de aanwezigheid van het MeMO-project op de IMC Leeds 2010 en een Call for papers voor “Death, Commemoration and Memory: An Exploration of Representation, Concept and Change”.
Redactie


16 PROEFSCHIFT OVER PETRUS NAGHEL EN HET TRANSLATORIUM VAN DE KARTUIS TE HERNE
Leuven, december 2009
2010-03-10

Op 21 december 2009 verdedigde de neerlandica Katty De Bundel haar proefstrift ‘Van woerde tot woerde oft van synne te sinne’. Petrus Naghel en het translatorium van de kartuis te Herne (ca. 1350-1400). Als promotor en co-promotor van deze dissertatie die aan de KU Leuven voorgebracht werd, traden Prof. dr. Geert Claassens en Dr. Mikel Kors op.

Uitgaande van met name (maar niet exclusief) de veertiende-eeuwse handschriften die aan de kartuis van Herne verbonden kunnen worden, staan in dit onderzoek de volgende vragen centraal: wie vertaalde er (Petrus Naghel, maar was hij de enige), wat werd er vertaald (is het corpus dat traditioneel aan Naghel toegeschreven wordt als zodanig te handhaven), hoe werd er vertaald (het lijkt er op dat naast de productie van volledig nieuwe vertalingen ook het ‘recycleren’ van oudere vertalingen tot de Hernse praktijk behoorde), voor wie werd er vertaald (voor een kloosterlijk publiek en/of voor leken) en waarom werd er vertaald (was dat in functie van een liturgisch gebruik en/of in functie van apostolaat c.q. voor lekenlectuur)?
Redactie