Paradijselijk tuinieren. Fraaie studie over Mechelse Besloten hofjes

Tom Gaens – Lieve Watteeuw & Hannah Iterbeke (red.), Enclosed Gardens of Mechelen. Late Medieval Paradise Gardens Revealed (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2018). ISBN 9789463720724. € 139,00.

Besloten hofjes zijn 15e- en 16e-eeuwse curiositeitenkabinetten met representaties van een spirituele en paradijselijke wereld, gemaakt met gemengde technieken. Deze horti conclusi kunnen samengesteld zijn uit vele objecten (beschilderde panelen, polychrome beeldjes, pelgrimstekens, relikwieën, bloemen, etc.) in een veelheid aan materialen (hout, zijde, was, albast, pijpaarde, perkament, glas, kristal, etc.).

Lange tijd werden ze niet echt als kunst beschouwd, maar eerder als kwezelachtige knutselwerkjes van kloosterzusters en als getuigen van een poppenkastachtige vrouwendevotie. Daar kwam serieuze verandering in met het werk van kunstwetenschappers zoals Jeffrey Hamburger en Paul Vandenbroeck. In 1994 publiceerde deze laatste Hooglied. De beeldwereld van religieuze vrouwen in de zuidelijke Nederlanden, vanaf de 13e eeuw, een tentoonstellingscatalogus met sterke feministische en psychoanalytische accenten, waarvoor de curator toentertijd très en vogue zijnde auteurs als Luce Irigaray, Julia Kristeva en Birgit Pelzer wist te strikken voor een bijdrage. Vandenbroecks breed opgezette tentoonstelling bevatte honderden uiteenlopende objecten, waaronder de Besloten hofjes.

Oog voor detail is er genoeg in het hier besproken boek, verschenen naar aanleiding van een restauratie- en onderzoeksproject (2014-2018) rond zeven Mechelse Besloten hofjes, afkomstig van gasthuiszusters en momenteel in het bezit van Museum Hof van Busleyden. De hofjes, tegenwoordig Vlaamse topstukken, staan ten volle in het licht in deze rijk geïllustreerde en interdisciplinaire publicatie, verschenen bij AUP onder redactie van prof. dr. Lieve Watteeuw en dra. Hannah Iterbeke (Illuminare, KU Leuven).

Naast een beschrijvende catalogus van deze zeven erfgoedobjecten (p. 21-49), gemaakt door Hannah Itterbeke, bevat het boek 22 bijdragen van 25 auteurs, gepresenteerd in vier delen: ‘Context’ (p. 52-63), ‘Meaning’ (p. 65-89), ‘Materials and Artifacts’ (p. 91-215) en ‘Conservation’ (p. 217-261).

Het eerste deel, ‘Context’, bevat twee geschiedkundige bijdragen, namelijk ‘Mechelen in the Sixteenth Century’ (Wim Hüsken), dat een helikopterblik op de geopolitieke omstandigheden van de zestiende eeuw geeft, en ‘The Hospital of Our Lady in Mechelen’ (Bart Stroobants), waarin een beknopte geschiedenis gegeven wordt van het Mechelse OLV-gasthuis.

Het tweede deel, ‘Meaning’, opent met een interessante bijdrage, ‘Enclosed Gardens in Primary Sources’ (Hannah Iterbeke), hoewel deze niet echt handelt over het thema ‘betekenis’. De auteur toont aan de hand van bronnenmateriaal dat het Besloten Hofje niet louter een zaak van kloosterzusters was: niet alleen religieuzen maar ook leken, zowel burgers als adel, mannen en vrouwen, waren betrokken bij de productie en receptie ervan. De korte bijdrage ‘The New Garden of Paradise and the Unicorn’ (Rob Faesen) zoekt naar de betekenis van de ‘eenhoorn’ en ‘besloten hof’ die in woord en beeld geëvoceerd worden in een van de zeven Besloten hofjes. De langste en boeiendste bijdrage in dit deel is ‘Growing, Making, Meaning, with Special Attention to the Paperolles’ (Barbara Baert). De auteur gebruikt één materieel element van de hofjes, namelijk gedecoreerde papierrolletjes (zgn. paperollen), om een verfrissende kijk te ontwikkelen op het proces van creatie en betekenisgeving van deze Kunstkammern. De hofjes ‘groeien’ meestal, zelfs over generaties heen, en daardoor refereert het proces van het ‘maken’ van deze paradijselijke tuintjes aan horticultuur. De vele elementen in de hofjes herinneren aan de materiële cultuur van persoonlijke devotionele objecten en souvenirs van pelgrimstochten alsook louter mentale, spirituele reizen. Het proces van ‘maken’ en ‘groeien’ staat hier centraal, niet alleen in de technische, maar ook in de metaforische en devotionele zin van het woord.

Het derde deel, ‘Materials and Artefacts’, handelt over het amalgaam aan objecten en materialen waaruit de Mechelse hofjes zijn opgebouwd. Hoewel zusters in grote mate bijdroegen aan de vele lagen van geschiedenis, geheugen en betekenis die aan de hofjes werden toegevoegd, speelden ook ervaren ambachtslieden een rol in het complexe creatieproces. Dit onderdeel bevat maar liefst dertien bijdragen: ‘Materials and Materiality’ (Lieve Watteeuw), ‘A Small Print of St Anthony’ (Hannah Iterbeke), ‘Agnus Dei’ (Caroline van Cauwenberge), ‘The Painted Wings of the Mechelen Enclosed Gardens’ (Andrea Pearson), ‘Concealed Applied Brocade’ (Ingrid Geelen & Anne-Sophie Augustyniak), ‘The Mechelen Statuettes between 1500 and 1540’ (Fanny Cayron & Delphine Steyaert), ‘Alabaster Statuettes of St Anne with the Virgin and Child and St Jerome’ (Judy De Roy), ‘Gardening for Paradise. Plants in Silk, Metal, Glass and Parchment’ (Frieda Sorber), ‘Elisabeth of Hungary and the Medicinal and Spiritual Apothecary’ (Bettina Leysen), ‘Relics in the Enclosed Gardens’ (Kathryn M. Rudy), ‘St Ursula and the Eleven Thousand Virgins’ (Liesbet Kusters), ‘Metal Badges’ (Marjolijn Kruip), ‘The Papier-pressé Medallion Depicting the Holy Hunt’ (Hannah Iterbeke).

Het laatste deel, ‘Conservation’, biedt een interessante kijk op de conservering en restauratie van Besloten hofjes. Omdat ze bestaan uit vele mixed-media-objecten, gemaakt met allerhande materialen en technieken, vraagt de conservering en restauratie ervan een creatieve en multidisciplinaire aanpak. Het onderzoek en de restauratie van de Mechelse hofjes nam dan ook vier jaar in beslag. Dit onderdeel bevat vier bijdragen: ‘The Conservation and Restoration of the Seven Mechelen Enclosed Gardens, 2014-18’ (Joke Vandermeersch, Hilde Weissenborn & Lieve Watteeuw, m.m.v. Anne-Sophie Augustyniak, Jean-Albert Glatigny, Derek Biront, Justine Marchal & Sarah Benrubi), ‘The Underdrawing of the Panels of the Enclosed Gardens’ (Christina Currie & Hilde Weissenborn), ‘Material Analysis of the Panel Depicting St Peter’ (Marina Van Bos, Hilde Weissenborn & Lieve Watteeuw), ‘The Colourful Past of the Textiles in the Gardens’ (Willemien Anaf, Marjolijn Debulpaep, Marina van Bos & Ina Vanden Berghe).

De hierboven vermelde Hooglied-catalogus van 1994 bespeelde op een weidse manier een aantal thema’s die helemaal pasten in de tijdsgeest van de nineties: psychoanalytisch geïnspireerd feminisme, discussies over de kwaliteit van 'hoge' en 'lage' kunst, etc. Centraal stond de mystieke blik van de vrouwelijke ‘kijker’ van allerlei vormen van religieuze kunst. Enclosed Gardens volgt een ander pad. Vertrekkend vanuit het detail en de materiële cultuur, beschouwt het Besloten hofjes als een haptische, zintuiglijke wereld waarin ‘maker’, ‘kijker’ en ook ‘bewaarder’ naast elkaar leven (en soms samenvallen) in een groeiend proces van vorm- en betekenisgeving. Deze aanpak maakt de Besloten hofjes bijzonder actueel. Het is wellicht niet toevallig dat de Mechelse hofjes in 2019 al in een museale opstelling geconfronteerd werden met het werk van hedendaags kunstenaar Berlinde de Bruyckere in de tentoonstelling It almost seemed a lily.

Als Signum-recensent is het ten slotte wel gepast om te melden dat het onderdeel ‘Context’ wat mager uitvalt. Men kan zich afvragen of deze erg beknopte en eenzijdig geschiedkundige inleiding wel voldoende contextualisatie biedt. Maar dat is slechts een kleine valse noot. Immers, dit prachtige en kleurrijke boek is de neerslag van een van de boeiendste restauratie- en onderzoeksprojecten van de afgelopen decennia. De rijk geïllustreerde publicatie is bovendien prachtig vormgegeven en met zorg uitgegeven. Voor de volledigheid valt nog te melden dat een Nederlandstalige (en scherper geprijsde) versie van dit boek verscheen bij Hannibal Books onder de titel Besloten hofjes. Laatmiddeleeuwse paradijstuinen ontrafeld.